Partneralimentatie
In het wetsvoorstel (34231) dat D66, PvdA en VVD op 19 juni 2015 bij de Tweede Kamer hebben ingediend staat modernisering, vereenvoudiging en het begrip ‘inkomensverlies’ centraal.
Waar komt het voorstel op neer?
De grondslag voor alimentatie wijzigt: compensatie voor ‘inkomensverlies’ in plaats van de huwelijks gerelateerde behoefte. Rekening wordt gehouden met hoe de zorg voor kinderen verdeeld wordt en met echtscheidingen na een langdurig huwelijk.
De duur van de alimentatieverplichting gaat op de schop: geen alimentatie bij een huwelijk korter dan 3 jaar en de ex-partners geen gezamenlijke kinderen hebben die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt. Hoofdregel: alimentatietermijn is gelijk aan de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Heeft de alimentatiegerechtigde evenwel de zorg voor jonge kinderen van de partners, dan eindigt de alimentatieverplichting niet eerder dan wanneer het jongste kind 12 jaar oud is geworden.
Er komt een einde aan de alimentatieplicht zodra de alimentatieplichtige de AOW-leeftijd bereikt.
Bij huwelijkse voorwaarden (of bij geregistreerd partnerschapsovereenkomst) kan worden afgeweken van de regeling inzake partneralimentatie (dus niet de kinderalimentatie). Contractsvrijheid is daarbij het uitgangspunt.
Het wetsvoorstel geldt niet voor bestaande alimentatieregelingen; deze worden niet aangepast als het wetsvoorstel wordt aangenomen. Het aanpassen van al bestaande verplichtingen zou rechtsonzekerheid creëren en onrechtvaardig zijn.
Trouwen
Niet trouwen in gemeenschap van goederen, maar onder huwelijkse voorwaarden zou de standaard moeten zijn. Als stellen toch in gemeenschap van goederen wil trouwen, moeten ze dit zelf regelen bij de notaris. D66, PvdA en VVD bereiden een initiatiefwetsvoorstel voor. Ze willen de wettelijke gemeenschap van goederen beperken tot dat wat beide echtgenoten tijdens en door hun huwelijk door hun inspanning inbrengen.
Bezittingen en schulden van voor het huwelijk en erfenissen en giften vallen niet meer standaard in de gemeenschap van goederen. De drie partijen denken dat dit systeem beter aansluit op de praktijk.
Met dank aan Advocatenkantoor Bloem
http://www.advocatenkantoorbloem.nl