Mevrouw geeft aan spijt te hebben van de ondertekening van het convenant, omdat zij aanneemt er financieel niet goed van af te komen.
Dan is er nog de mogelijkheid om alsnog in hoger beroep te komen tegen de beschikking, hier is na het afgegeven van de beschikking wel een termijn aangekoppeld.
Daarbij wijs ik u erop dat er slechts een beperkt aantal gronden zijn om niet gehouden te worden aan het convenant:
- indien mevrouw kan aantonen dat zij op het moment van het tekenen van het convenant niet in staat was haar eigen wil te bepalen en dat meneer dat had moeten begrijpen;
- indien het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om mevrouw aan het convenant te houden;
- indien mevrouw onjuist geïnformeerd was over de feiten en omstandigheden die van belang zijn bij het opstellen van het convenant;
- indien sprake was van bedrog, bedreiging of misbruik van omstandigheden;
- indien mevrouw bepaald heeft over de waarde van de zaken die tot de huwelijkse goederen gemeenschap behoren.
In alle gevallen ligt de bewijslast bij mevrouw en zal de rechter niet snel aannemen dat sprake is van één van deze omstandigheden.
Uit de vraag leid ik niet af of u zich ook verzet tegen de echtscheiding op zich. Voor de goede orde wijs ik u er echter toch op dat u de echtscheiding zelf niet tegen kunt houden. Grond van echtscheiding is dat een van beide partijen stelt dat het huwelijk duurzaam ontwricht is. Aangezien meneer de akte van berusting heeft ondertekend, ga ik ervan uit dat hij dit standpunt handhaaft, hetgeen voor de rechter voldoende zal zijn om de beschikking op dat punt in stand te laten.
Overigens kunt er naast een hoger beroepsprocedure ook voor kiezen om een aparte vernietigingsprocedure van het convenant op te starten. Voordat u nadere stappen onderneemt, adviseer ik u in ieder geval eerst contact op te nemen met ScheidingsWijze. Wellicht kunnen zij de gemaakte afspraken nogmaals met u doornemen.
Wilt u meer informatie hebben? Laat het ons weten.
Vraag beantwoord door onze huisadvocaat, oktober 2014
Aanvullende informatie door M. van Namen;
Als de beschikking is afgegeven door de rechtbank kan deze binnen drie maanden worden ingeschreven als er twee aktes van berusting zijn (van iedere partij 1). Indien 1 partij geen akte van berusting tekent dan kan de andere partij na drie maanden zelf de beschikking van de rechtbank inschrijven in de registers van de burgerlijke stand. Hiervoor is de originele beschikking van de rechtbank nodig, de eigen originele akte van berusting en een akte van appèl. De akte van appèl kan verkregen worden bij de balie van de rechtbank (hiervoor zijn de originele beschikking en eigen originele akte van berusting nodig).
Na 9 maanden (na afgifte van de beschikking) is het niet meer mogelijk om de beschikking van de rechtbank in te schrijven en is de echtscheiding dus niet definitief geworden.
Samengevat:
- Afgifte beschikking van rechtbank
- 0 – 3 maanden (na afgifte beschikking van rechtbank): van beide partijen akte van berusting + beschikking rechtbank = inschrijven in registers burgerlijke stand = definitieve echtscheiding
- 3 – 9 maanden (na afgifte beschikking van rechtbank): originele beschikking + 1 originele akte van berusting + 1 akte van appèl = inschrijven in registers burgerlijke stand = definitieve echtscheiding.
- Na 9 maanden (na afgifte beschikking van rechtbank): inschrijven in registers burgerlijke stand is niet meer mogelijk = geen definitieve echtscheiding.
- Akte van appèl is te verkrijgen bij de balie van de rechtbank. Hiervoor is de originele beschikking en de eigen originele akte van berusting nodig.